Lieve polder, je leert mij lezen met schouders omlaag. Je zinnen zijn lang en helder, je komma’s zijn bruggen en je punten zijn boerderijen.
Als ik door je sloten kijk, zie ik lucht die aantekeningen maakt. Als ik over je dijken loop, hoor ik hoe stilte het drukst kan zijn.
— met langzame groet